Maandag 11 oktober is ‘International Coming Out Day’, een dag die in 2009 door de toenmalige minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Ronald Plasterk, voor Nederland werd uitgeroepen tot Nationale Coming-Out dag, om daarmee de acceptatie van de LHBTI+ gemeenschap in Nederland te bevorderen.
In het kader van Coming-Out dag vonden in de week van maandag 11 oktober 2021 bij COC Leiden verschillende activiteiten plaats, waaronder de Open Voorlichtingsavond op woensdagavond 13 oktober, waarbij ondergetekende, één van de twee coördinatoren van het team Voorlichting bij COC Leiden, de volgende onderwerpen de revue deed passeren:
Na een korte introductie (1) ontspon zich al snel een boeiende discussie met de aanwezigen over nut en noodzaak van al die labels, in de wandelgangen ook wel de lettersoep genoemd (2). Zijn al die letters nu echt nodig? Kan dat niet anders? Kunnen we niet ‘queer’ als overkoepelende term gebruiken?
De conclusie was dat in een ideale wereld die labels wellicht niet nodig zijn, maar aangezien we niet in een ideale wereld leven, kunnen die afzonderlijke labels wel degelijk functioneel zijn om je als lid van een minderheidsgroepering te kunnen profileren. Denk aan het zwaaien met de transgender vlag of de vlag voor aseksuele mensen. Zichtbaarheid speelt immers een belangrijke rol bij het normaliseren van een minderheidsgroepering en draagt bij aan hun acceptatie.
Bij de gastlessen (3) op middelbare scholen, zoals die worden verzorgd door de goed opgeleide voorlichters van COC Leiden, draait het enerzijds om het overdragen van kennis over seksuele en genderdiversiteit en anderzijds om het vergroten van het begrip voor en de acceptatie van mensen met een andere seksuele oriëntatie dan heteroseksueel en met een andere genderidentiteit dan cisgender. Oeps… ja, moeilijk woord! Cisgender betekent dat iemands genderidentiteit (= iemands diepgewortelde overtuiging tot een bepaald geslacht te behoren) overeenstemt met het geslacht dat die persoon is toegewezen bij de geboorte.
De gastlessen op scholen starten steevast met het maken van afspraken. Een hele belangrijke is dat wij - de leerlingen, de voorlichters en de aanwezige docent(e) elkaar met respect behandelen. Met andere woorden, dat we elkaar in onze waarde laten. Een andere, heel belangrijke afspraak is dat jij en jij alleen bepaalt wie jij bent onder het mom van: ‘je bent wat jij zélf zegt te zijn’. Dat kan en mag een ander niet voor jou beslissen!
Vervolgens doen we een oefening om het ijs te breken met stellingen die wel of niet op een leerling van toepassing zijn. Alle leerlingen gaan staan en één van de voorlichters leest de eerste stelling voor. Als de stelling van toepassing is op de leerling, dan blijft deze staan, anders gaat deze zitten. De stellingen beginnen laagdrempelig (‘ik zit op voetbal’) en worden steeds persoonlijker (‘ik heb wel eens iemand gezoend van hetzelfde geslacht’). Enerzijds is de oefening bedoeld om de leerlingen te laten zien en ervaren dat we allemaal anders zijn en dat dat natuurlijk helemaal prima is. Anderzijds geeft het de voorlichters inzicht in de groepsdynamica van de klas: kijken ze naar elkaar bij het blijven staan of gaan zitten? Is de groep veilig of zitten er dominante leerlingen in de klas die de sfeer sterk bepalen. Dat is voor de voorlichters belangrijke informatie.
Vervolgens worden aan de hand van het filmpje ‘De Astronaut’ en de ‘Genderkoek persoon’ (4) de begrippen ‘genderidentiteit’, ‘genderexpressie’, ‘geslachtskenmerken’, ‘seksuele aantrekking’ en ‘romantische aantrekking’ besproken, waarna de klas de twee voorlichters mogen scoren op de assen van de ‘Genderkoek persoon’.
De ervaring heeft geleerd dat leerlingen dit een leuke werkvorm vinden. Toch moeten we hier heel zorgvuldig mee omgaan: voorkómen moet worden dat vooroordelen of stereotypen worden bevestigd. Want dan schieten we ons doel voorbij. Goede begeleiding is cruciaal bij deze werkvorm.
Het laatste deel van de gastles betreft het delen van het ‘eigen verhaal’ van beide voorlichters met de klas. Door ons kwetsbaar op te stellen en in te zoomen wat het met ons deed toen wij de leeftijd hadden van de leerlingen, hoe wij soms hebben geworsteld en wat het met ons deed om ‘anders’ te zijn en om die reden te worden uitgesloten. Met dit eigen verhaal krijgen de voorlichters vrijwel iedere klas stil. Het delen van het eigen verhaal vergroot de empathie voor mensen met een andere geaardheid dan heteroseksueel en met een andere genderidentiteit dan cisgender. Vrijwel altijd krijgen we als feedback dat leerlingen onze openhartigheid en kwetsbaar opstellen, hebben gewaardeerd.
Recente ontwikkelingen (5)
Waar we als team Voorlichting de afgelopen jaren tientallen verzoeken hebben gekregen van voornamelijk middelbare en mbo scholen om voor hun leerlingen gastlessen te verzorgen over seksuele en genderdiversiteit, daar zien we de laatste maanden dat scholen het team Voorlichting van COC Leiden benaderen om ook de docenten bij te scholen als het gaat over seksuele en met name genderdiversiteit, waarbij de behoefte van de docenten is om hen handvatten aan te reiken hoe om te gaan met genderdiverse en transgender leerlingen in de klas, oftewel hoe vorm te geven aan (gender)inclusief onderwijs. Ik hoef jullie niet te vertellen dat de voorlichters van COC Leiden er in ieder geval helemaal klaar voor zijn.
Remke Verdegem (zij/haar)
Coördinatie team Voorlichting
COC Leiden
Comments